Dat is het geval voor het merendeel van de goederen en diensten, maar sommige producten hebben een omgekeerde prijselasticiteit, m.a.w. bij een hogere prijs wordt er ook meer van aangeschaft. Dit kan zowel het geval zijn bij levensnoodzakelijke goederen en diensten (de zgn. Giffen-goederen) als bij luxe-goederen (de zgn. Veblen-goederen).Als je minder klanten hebt en meer wilt dan ga je toch niet verhogen? want dan bestaat de kans dat de klanten wegblijven en je nog minder klanten over de vloer krijgt.
Een omgekeerde prijselasticiteit zie je vaak bij luxe-producten: die zijn duur omdat ze als exclusief worden aangezien en ze zijn exclusief omdat ze erg duur zijn. Verlaag de prijs en de exclusiviteit neemt af en de verkoop stort na een tijdje in. Verhoog de prijs en meer kopers zullen elkaar beconcurreren om deze "exclusieve" goederen aan te schaffen. Hier is het niet de vraag die de prijs vormt, maar de prijs die de vraag stuurt. De exclusiviteit zit in de hoge prijs en niet in de intrinsieke waarde van het product. Typische voorbeelden zijn luxe kledingmerken, juwelen en luxe auto's. Rijdt een Ferrari echt zoveel beter dan een Volkswagen? (Spoiler alert: Ferrari's rijden slecht, zitten oncomfortabel, hebben geen bagageruimte en je staat er meer mee in een garage voor herstelling en onderhoud dan dat je er mee rijdt) Intrinsiek zijn ze hun prijs niet waard, maar qua exclusiviteit kan het wel tellen en "hoe duurder, hoe exclusiever".
Ik denk niet dat iemand er ooit een studie heeft over gemaakt maar de "High Class Escorts" zouden ook wel eens tot deze klasse van Veblen-goederen kunnen behoren.
Maar keren we terug tot de "gewone" DVPs. Niet enkel de richting van de prijs-elasticiteit (klassiek of omgekeerd) is van belang, de absolute waarde van deze coëfficient is nog belangrijker.
Bijvoorbeeld: neem een DVP die per week 30 klanten ontvangt a rato van 100€ per beurt. Dat is een bruto inkomen van 3000€. Ze wil meer klanten en besluit haar prijs met 10% te verlagen. Stel dat ze daardoor 5% meer klanten krijgt. Nu ziet ze dus 31.5 klanten per week. Ronden we dit af naar boven (32 klanten) dan is haar wekelijks bruto inkomen 2880€. Ze gaat er dus op achteruit, ook al is het aantal klanten gestegen. Als ze haar prijs met 10% verhoogt dan ziet ze - bij eenzelfde prijselasticiteits-coëfficient - nu nu nog maar 28.5 klanten. Ronden we dit af naar 28 klanten, dan is haar inkomen gestegen naar 3080€.
Het is dus niet zo eenvoudig als de naieve redenering "lagere prijzen => meer klanten => meer inkomen". Alles hangt af van de richting en grootte van de prijselasticiteit en ik heb geen enkele studie kunnen vinden die heeft onderzocht hoe groot de prijselasticiteit is op de DVP-markt..