De aangifte is door haar vader gedaan. Hij heeft aangifte gedaan om te voorkomen dat verdachte meer slachtoffers zou maken, maar heeft ook
oog voor verdachtes toekomst en spreekt daar genuanceerd over.
Bijzonder aan deze zaak is dus dat voor [slachtoffer] vervolging niet had gehoeven. Vader is vooral bezorgd dat verdachte meer slachtoffers maakt. De wetsgeschiedenis houdt in dat het openbaar ministerie een
gefundeerde wens van de minderjarige om niet te vervolgen zwaar moet laten wegen bij de vraag of de belangen van die minderjarige zich verzetten tegen strafvervolging. Maar ook dat de minderjarige daarin geen doorslaggevende stem heeft (Kamerstukken II 2000/01, 27745, 6 (
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27745-6.html), p. 17-18 en 20).
Over de ontvankelijkheid van de officier van justitie bestaat dan ook geen discussie.
De rechtbank houdt met het voorgaande wel rekening bij het beantwoorden van de vraag of een straf en/of maatregel moet worden opgelegd.